Voor iedereen die bezig is met stadsontwikkeling en wel eens de moed verliest omdat alles zo ingewikkeld wordt is dit een leestip: “De Stad” van Marcel van Engelen.
Het geeft een prachtig tijdsbeeld en laat de ontwikkeling van Amsterdam zien: van verval en verpaupering in de jaren ’80 naar ontwikkeling, vernieuwing en groei anno nu. En dat met zoveel succes dat het nu zaak wordt dit juist dit succes te managen. Met stedenbouwkundigen, ontwikkelaars en vasthoudende bestuurders als drijvende kracht. Het is zeker geen onverkort succesverhaal maar het laat wel zien waartoe visie, energie en actie allemaal kunnen leiden. Soms op een onvoorspelbare en onverwachte wijze, maar uiteindelijk met zichtbaar resultaat.
Marcel van Engelen geeft een gedetailleerd, levendig en veelzijdig beeld van hoe Amsterdam zich vanaf ongeveer 1980 heeft ontwikkeld — van verval naar aantrekkingskracht, en van overlevingsmodus naar “crisis van succes”. Het is geen verhandeling over planologie of stedenbouw alleen, maar gaat minstens evenveel over beleid, bewoners, economie, identiteit en de spanningen die samenkomen in het stedelijk weefsel.
De Crisis in de jaren 80
Amsterdam had in de jaren tachtig te kampen met forse problemen: leegstand, vervallen gevels, sociale verloedering, hoge werkloosheid, bewoners die uit de stad vertrokken, en een binnenstad die zijn economische functie deels verloren had.
Herstel en vernieuwing in de jaren 90 en begin 2000
Langzaam kwam er herstel. Wijken werden opgeknapt, fabrieken of industriële panden kregen nieuwe functies (bijv. creatieve broedplaatsen), herontwikkeling vond plaats, en nieuwe groepen mensen trokken weer naar de stad — jonge professionals, gezinnen — mede dankzij beleid dat stadsvernieuwing en kwaliteit van publieke ruimte stimuleerde.
Succes en nieuwe problemen
De aantrekkingskracht van Amsterdam nam sterk toe: groei van toerisme, van vastgoedwaarden, van bedrijven, internationale investeringen, maar ook van inkomensverschillen. Daardoor ontstond er een “crisis van succes”: wonen wordt duur, de stad dreigt ontoegankelijk te worden voor bredere groepen, toerisme en economische druk beginnen sociale en ruimtelijke spanningen te veroorzaken.
Verhalen uit de praktijk
Van Engelen vertelt niet alleen over beleid en structuren, maar juist ook over de mensen die wonen, besturen, bouwen, protesteren, dromen in de stad. Bewoners, café-eigenaren, architecten. Hij laat ook zien hoe visies op stadsvernieuwing, herbestemming, publieke ruimte, mobiliteit, betaalbaarheid, en duurzaamheid vorm kregen en hoe die in de praktijk vaak complexe afwegingen vereisten.
En hij illustreert dat aan de hand van zichtbare veranderingen in de stad. Van industriële gebieden die veranderen in creatieve hubs of woongebieden; van verwaarloosde wijken die opgeknapt worden; van infrastructuur, monumenten, publieke voorzieningen als schakels in hoe leefbaar en aantrekkelijk de stad is.
Van Engelen verbindt grote ontwikkelingen met persoonlijke verhalen van Amsterdammers, bestuurders en betrokkenen. Daarmee biedt het boek niet alleen een scherp beeld van Amsterdam, maar ook waardevolle inzichten voor iedereen die geïnteresseerd is in hoe steden werken — en hoe we ze beter kunnen maken.